Reisperiode juni/november 2024

Na 3 delen reisverhalen over Zuid Afrika is het de beurt aan het vierde en laatste deel.

Orania

We waren door een kennis getipt over een Nederlandse documentaire (Frontlinie, Bram Vermeulen), welke kortgeleden op de Nederlandse televisie was, over het dorpje Orania. We waren geïnteresseerd genoeg om er een bezoek te brengen.

Orania is een dorpje met zo’n 2500 inwoners, redelijk centraal in Zuid Afrika gelegen. De directe omgeving bestaat uit ruige vlaktes met hier en daar wat bergen/heuvels. Dit centrale deel van Zuid Afrika is dunbevolkt en tussen de schaarse dorpen bevindt zich soms eindeloos, niets. Hier en daar een boer die vele tienduizenden hectares beheert.

Orania is een dorpje waar je alleen mag wonen als je aan bepaalde voorwaarden voldoet. Je moet een Afrikaner zijn, Afrikaans spreken, christelijk zijn en daarnaast de Afrikaanse cultuur praktiseren. Dat laatste betekent dat het hebben van een gekleurde huidskleur taboe is. 

Het dorp heeft 12 christelijke kerken, voldoende algemeen onderwijs en zelfs een hogere school voor boeren- en technische opleidingen. Door de staat geregelde politie is er niet. Ze hebben een eigen veiligheidsdienst. Men doet het liefst alles zelf, wekken hun eigen stroom op en zuiveren hun eigen water. Nee, hier geen bemoeienis van de centrale overheid. Als klap op de vuurpijl hebben ze hun eigen (papier)geld, gelijk aan de Afrikaanse rand. Met het geld kun je alleen in Orania betalen.

Zeer opvallend is de vriendelijkheid in het dorp. Wij kiezen ervoor om een rondje te wandelen en worden werkelijk door iedereen toegezwaaid. (We hebben kennelijk onze huidskleur mee). We belanden bij het informatie kantoor, waar ons een gratis tour in een busje door het dorp wordt aangeboden.  In zijn eerste zin maakt de gids duidelijk zich geen racist te voelen.  Verder vertelt hij vol enthousiasme over het dorp en de manier van leven. Hij herhaalt eindeloos het succes van het systeem en hoe gelukkig de mensen zijn.

In en rondom het dorp wordt volop gebouwd, nieuwe bewoners “staan in de rij” om een kavel te bemachtigen. Je moet dan wel door de toelatingscommissie worden goedgekeurd.

Wij vragen ons zelf af of we ons aangetrokken voelen en/of hier überhaupt zouden willen wonen. Maar de conclusie is snel getrokken: we voldoen niet aan de voorwaarden, maar zijn  wel een enorme ervaring rijker! Terug op de camping komen we contact met onze buren aldaar. Een gepensioneerd echtpaar uit Johannesburg, waar ze in een totaal beveiligde estate wonen. Ze durven er nauwelijks de stad in te gaan en voelen zich opgesloten als in een gevangenis. Ze zouden wel in Orania willen wonen maar komen niet door de toelating omdat de man niet voldoende Afrikaans spreekt. Hij is van Ierse komaf.

Orania, Bloemfontein richting Lesotho 

Vanaf Orania gaan we via binnenwegen richting Bloemfontijn, één van de grotere steden. Onderweg, op lange rechte wegen, zien we een afwisseling van landbouw en ruigte waar vaak alleen zoogkoeien of schapen lopen. Meestal een licht heuvelig landschap met in de verte wat hogere bergen.

Ook zien we een perceel van enkele tientallen hectares met pecanbomen. De noten zijn eraf. Nu zijn ze met man en macht bezig het blad op te ruimen. Het laatste blad wordt met een soort trilmachine achter een trekker van de bomen afgeschud, waarna het blad wordt opgeruimd.

De percelen in dit gebied zijn opvallend rond. De oorzaak zijn de enorme permanente sproei-installaties die om een as rond draaien. De Oranjerivier zorgt voor aanvoer van water.

Bloemfontein gebruiken we om wat praktische zaken te regelen in een campingshop. We hebben een nieuwe gasfles nodig en we denken erover onze remmen te laten opwaarderen. Ze hebben behoorlijk te lijden onder het zware gewicht van de camper, zeker in berggebieden.

Bloemfontein is een redelijke grote stad. Hoe verder we naar het oosten rijden hoe vaker het ons opvalt dat de bevolking overwegend gekleurd is. In de Westkaap zagen we nog dorpen waar de blanken de overhand hadden. Met de toename van de gekleurde bevolking zie je ook een toename van de townships, bedelaars en andere vormen van armoede. 

Soweto

Ons verhaal gaat verder in Johannesburg, of eigenlijk de enorme nabijgelegen township Soweto. Soweto, de stad waar tegenwoordig zo’n 1,2 miljoen -voornamelijk gekleurde- mensen wonen is ontstaan aan het eind van de 19de eeuw. De toenmalige bewoners werkten in de naastgelegen goudmijnen. De township staat bekend om de opstand die er in 1976 tijdens het apartheidsregime ontstond. Het is het trieste, maar veelzeggende verhaal van een groep studenten die de straat op gingen omdat ze het niet eens waren met de verplichte Afrikaanse taal waarin ze les kregen. Het protest liep uit op gevechten waarbij politieagenten met scherp schoten.

Soweto is tevens de wijk waar Nelson Mandela en apartheids-activist Desmond Tutu zijn geboren en lang hebben gewoond. Wij gaan met een Ubertaxi naar de wijk waar we met een gids hebben afgesproken. De gids vertelt ons over de geschiedenis van de opstand rondom een museum waar vele prenten, foto’s en andere herinneringen het verhaal helder maken. Interessant.  Met de gids nemen we een plaatselijk taxibusje en gaan naar de straat waar Nelson Mandela en Desmond Tutu zijn geboren.

We bezoeken hier de voormalige woning van Nelson Mandela, wat wij ondanks de impact van de man en z’n verleden geen bezoek waard vonden. Dat geldt ook voor de bekende Vilakazi-straat welke is omgetoverd tot een toeristische attractie. Hier probeert de lokale bevolking van alles om de veelal blanke bezoekers wat geld uit de zak te praten. Het verhaal is indrukwekkend en een bezoek aan Soweto is ondanks dát, toch zeker een bezoek waard.

Sanipas

Na een onderbreking van een paar maanden reizen we verder van Johannesburg door Lesotho richting de Drakensbergen. De Sanipas is een wereldberoemde grensovergang tussen Lesotho en Zuid Afrika. Beroemd om het slechte pad, vele haarspeldbochten maar ook prachtige uitzichten in een overweldigend landschap. Verrassend genoeg is het deel aan de kant van Lesotho mooi geasfalteerd, maar op het Zuid Afrikaanse deel heb je minimaal een 4WD met voldoende vrije ruimte nodig. Op de top, waar zich ook de grenspost van Lesotho bevindt is ook de “Highest pub of Afrika” gevestigd, op 2876 meter.

De rit naar beneden is adembenemend en vindt feitelijk plaats in niemandsland, omdat de Zuid Afrikaanse grenspost weer aan de voet van de bergen is gelegen. Wij rijden de rit samen met een Engels stel overlanders, Ian en Catherine. Vanaf de Zuid Afrikaanse zijde worden voor toeristen tours naar boven georganiseerd in minibusjes.

Drakensbergen 

Vanaf de Sanipas bereiken we het dorp Underberg. In de ruim gesorteerde, moderne Spar doen we inkopen, zodat we ons een dag of wat kunnen redden in de Drakensbergen.

De Drakensbergen is een uitgestrekt berggebied, bekend om z’n hoge kliffen, unieke biodiversiteit afgewisseld met glooiende heuvels. Bovendien is het een UNESCO werelderfgoed. Wij zijn er in het begin van de zomer (november), en kunnen dus genieten van fris groen en verse bloei.

Giants Castle (Drakensbergen)

We bezoeken de Drakensbergen op drie verschillende plaatsen, waar we wandelingen doen. De eerste stop is bij Giants Castle. De wandeling die we er maken is niet geheel succesvol… We stijgen in eerste instantie zo’n 500 meter. Maar de lucht die aanvankelijk helder en strak blauw is, veranderd in razend tempo in gitzwarte omweers wolken. Er is maar één optie…ze snel mogelijk keren en terug naar de camper. Maar het is al te laat…de regen en hagelstenen komen met bakken uit de lucht. Bovendien bevind zich het onweerscomplex recht boven ons zodat er tussen de flits en de oorverdovende klappen geen tijd zit. Plek om te schuilen is er niet. En dus zijn we maar al te blij de camper heelhuids, maar als verzopen katten, weer te bereiken.

Cathedral Peak (Drakensbergen)

Een plek die je zeker moet bezoeken als je in de buurt bent. Zo’n overweldigende beleving, stijle rotswanden afgewisseld met glooiende landschappen en meanderende riviertjes. We maken er een paar kortere wandelingen, fotograferen en zwemmen in rockpools. Helaas laten de grote aantallen verschillende vogels zich moeilijk fotograferen. Voor de wandeling naar de hoge Cathedral top heb je al gauw zo’n 11 uur nodig. Wij zien daar even vanaf gezien onze ervaringen van een dag eerder. We houden het bij meer behapbare wandelingen in lagere gebieden.

Tugela waterval en kloof (Drakensbergen)

De laatste stop in de Drakensbergen is nabij de Tugela rivier waar zich de hoogste waterval te wereld bevindt en je vanuit een indrukwekkende kloof de waterval (deels) kunt bekijken.

De wandeling er naar toe is niet zo vreselijk zwaar en zo’n 7 km lang. Onderweg heb je steeds het “amphitheatre” voor je, een reusachtige rotswand, waar uiteindelijk de waterval vanaf komt. Aangekomen in de kloof vallen we even stil van de indrukwekkende hoge rotswanden. We nemen er ons broodje en klimmen dan redelijk stijl een rotswand op vanwaar we een prachtige zicht op de waterval hebben. Een waterval van bijna een kilometer hoog is nauwelijks met een camera vast te leggen en bovendien was het redelijk bewolkt. Maar, met het blote oog was het geweldig schouwspel.

Hluhluwe-Imfolozi National Park

We verplaatsen ons richting het oosten, dwars door Kwazulu-Natal, de ooit zo roemruchte provincie waar tot op heden nog voornamelijk Zulu’s wonen. Rijk aan traditie. We kiezen er voor om dwars door de provincie te gaan en de snelweg te vermijden. Onderweg zien we ondermeer een grote  productie van eucalyptus bomen. De lange kaarsrechte bomen worden voor vele toepassingen gebruikt.

Op de camping bij het NP arriveren we als het al donker is. Dat is niet onze gewoonte, maar de rit viel wat tegen. De volgende ochtend worden we in ieder geval wakker met een prachtig uitzicht over het park.

Nadat we bij de vriendelijke dames van de entree onze gegevens hebben achtergelaten kan het avontuur beginnen. Olifanten, giraffes, warthogs, zebra’s in overvloed. Eventjes loopt een olifant zo dicht langs de auto…als hij er maar niet even tegenaan slaat met die enorme slurf. Er zijn in het middelgrote park ook leeuwen aanwezig, maar helaas hebben we deze niet kunnen spotten. Als we iets meer tijd hadden besteed had dat vast gekund, maar dit zal niet ons laatste park zijn. Verder staat het park bekend om de bescherming van de witte neushoorn. Een dier die absoluut bescherming nodig heeft om van uitsterven te behoeden. We konden er vier spotten, op behoorlijke afstand. In het park leven vele, vele dieren waaronder de “big five”. 

Duiken in Sodwana…of niet 

Iets noordelijker langgerekt aan de kust ligt het beschermde “wetlands”park iSimangaliso. Naast de vele dieren die hier zijn te spotten zijn er twee grotere plaatsen die best veel (binnenlandse) toeristen trekken: Saint Lucia met het bijbehorende Cape Vidal en Sodwana. We verblijven een nachtje in beide. Sodwana trok onze aandacht vanwege de uitstekende duikmogelijkheden.

Om 7 uur meldt Cor zich bij de duikschool, waarna we richting het strand gaan. Grietje gaat ook even mee kijken. Omdat er nog een trekker geregeld moet worden voor de ter water lating van de boot duurt het allemaal wat langer. Het waait hard, erg hard! We gaan te water met behulp van de trekker die ons vanaf het strand in het water duwt. Direct worden we alle kanten opgegooid door enorme deining.

De schipper probeert een goede koers te vinden door de branding, maar moet daartoe een paar rondjes varen. En ja, dan gaan we, de volle zee op. In eerste instantie recht op de golven af. Huizenhoog zijn ze…als we op de kop van zo’n golf varen volgt er een diep gat waarin we vallen. Maar dan begint het…de misselijkheid…en dat wordt steeds erger. Hopen dat het overgaat. Cor besluit toch de flippers aan te doen en de duikbril op z’n neus te zetten. En dan toch gaan…samen met de instructeur...achterover. Maar helaas, totaal gedesoriënteerd en krachteloos lukt het niet om op diepte te komen. Cor heeft maar één wens…zo snel mogelijk vastigheid onder zijn voeten. Terug in de boot komt de maaginhoud er dan in volle teugen weer uit.

Even later ligt Cor als dode aangespoelde vis op het strand bij te komen van iets wat voorlopig niet weer op de agenda komt.

De panorama route

De “panoramaroute”, opgenomen in vele reismagazines, trekt ook onze aandacht. Nadat we een dag of 6 in Eswatini ( apart reisverslag) zijn geweest pakken we onze reis door zuid Afrika weer op bij Nelspruit, of tegenwoordig Mbombela. In deze grote stad brengen we onze voorraden weer op peil, maar zijn oh zo blij de drukte weer te kunnen verlaten.

Richting Graskop -want daar begint de panorama route- nemen we nog even een alternatieve route door de bergen waar we getuige zijn van een enorme houtproductie. We zien dennenbossen van verschillende leeftijden in een heuvelachtig landschap met zo nu en dan verwerkende bedrijven. Na nog een wandeling bij de MacMac pools komen we terecht op een camping waar ze een zwembad hebben op de rand van een hoge klif. Uniek!

We reizen verder langs de route die op vele plekken watervallen en uitzichten bevat. Op de meeste plekken wordt entreegeld gevraagd voor het bezoeken van zo’n plek. Bussen vol toeristen worden van hoogtepunt naar hoogtepunt gesleept. God’s window, The Three Rondavels en Bourke’s Luck Potholes zijn zo van die namen die je steeds terugziet. Omdat wij meestal op zoek naar unieke plaatsen, is dit niet zo ons ding. 

Wat wel onze aandacht trekt is een wandeling rondom Blyde Canyon. De wandeling is min of meer zelf samen te stellen en is goed gemarkeerd. We dalen langzaam af in de kloof en hebben van hieruit een prachtig uitzicht over de kaarsrechte rotswanden en daarachter “The Three Rondavels”. Via een zijrivier en kloof klimmen we weer langzaam omhoog. Maar oh, wat mooi, dwars door de dichtbegroeide bebossing en als klap op de vuurpijl diverse rockpools en watervallen waar we heerlijk zwemmen. Wat een feest! Deze wandeling komt zeker in onze top 10.

Kruger National Park

Als laatste highlight op onze overland reis door Zuid Afrika doen we het Krugerpark aan. Eén van de meest geprezen nationale parken wereldwijd. We laten ons verrassen…We waren hier zo’n 25 jaar geleden ook al eens, maar de reis die we toen maakten was zo vluchtig dat we het nauwelijks nog kunnen herinneren.

In het park, welke zo’n 300 bij 60 kilometer beslaat (half Nederland) nemen we de Punda Maria ingang in het noorden. Bij deze ingang kamperen we de eerste nacht. Wildkamperen is geen optie in Kruger. Niet toegestaan. De camping is wat ons betreft in orde. De volgende dag zakken we langzaam af naar het zuiden.  In het Krugerpark is alles goed geregeld, de reserveringen, de campings maar ook de wegen en bewegwijzering zijn allemaal top. Opvallend is de enorme uitgestrektheid, er komt geen eind aan. En dan de vele dieren, het is ongelooflijk. We knijpen elkaar in arm om zeker te weten dat we niet dromen.

Ergens op een brug boven de Olifantsrivier hebben we één van de mooiste uitzichten ooit. Terwijl de rivier in vele mini riviertjes onder ons meandert zien we krokodillen, zebra’s, wildebeesten, nijlpaarden, olifanten, giraffes, impala’s, kudu’s, waterbokken, schildpadden en ontelbare vogels bijna in één oogopslag.

Op safari gaan is een fantastische ervaring. Naast een aantal veel voorkomende dieren spotten is het iedere keer opnieuw een uitdaging om minder veel komende dieren te spotten. Ze worden helemaal blij als we een honeybadger zien of een luipaard. Maar ook leeuwen en cheeta’s zijn een welkome verrassing.

Op het moment van schrijven hebben eigenlijk alle populaire voorkomende dieren wel gezien behalve het luipaard. We blijven zoeken!

Tussen Satara en Lower Sabie waren we speciaal op zoek naar leeuwen, maar als zo vaak…geen leeuwen, wel wat anders!

Bij een rivier treffen we een waterbok die op z'n zij ligt. Z’n poten bewegen nog wat evenals z’n staart. Maar verder redelijk roerloos. Onze conclusie: ziek, laatste stuiptrekkingen en wachtend op de dood. Tegelijkertijd komt er langzaam een krokodil uit het water gekropen. Die gaat naar de bijna dode waterbok. Hij doet het rustig aan, neemt één van de poten in zijn grote bek, trekt er wat aan, maar laat uiteindelijk de waterbok voor wat het is en gaat weer terug het water in. Waarschijnlijk te groot.

In Lower Sabie resort en de weg er naar toe beginnen we te begrijpen wat massa toerisme hier betekent. De weg langs de Sabie rivier met de uitzichten en het aanwezige wild is prachtig. Maar het is hoppen van viewpoint naar viewpoint. Druk, druk, druk! Dan het resort, lijkt meer op een Centerparc. Bungalows, restaurants en alles groots en ruim opgezet. Verzorgd en netjes. Het uitzicht op de rivier is overweldigend. Gezinnen met kinderen brengen er hun vakantie door, zowel zuid Afrikaans als internationaal. Wij genieten even van de voorzieningen maar gaan dan snel weer verder naar rustiger oorden.

Zuid Afrika, onze conclusie 

Inclusief Lesotho en Eswatini verbleven we 102 dagen in Zuid(elijk) Afrika. Zo’n groot land, zoveel te zien en zoveel te beleven.

We hebben het er geweldig naar onze zin gehad. Wij maken de vergelijking met West Afrikaanse landen die we bezochten. In die zin is het een thuiskomen in de “westerse” wereld. Ons bezoek in het land stond eigenlijk voornamelijk in het teken van het ontdekken van de weldadige natuur(wonderen), waar geen eind aan leek te komen. De prachtige kustlijn en de fantastische nationale parken zijn allemaal een bezoek waard. Zelfs plekken die overstelpt waren met toeristen konden we enorm waarderen.

Wat veiligheid betreft moeten we helaas concluderen -ondanks dat we ons niet zo snel laten bang praten- dat het wel een issue is. De veiligheids-business is één van de grootste bedrijfstakken in het land, dat zet aan het denken! Complete woonwijken, hoog omheind en zwaar beveiligd geven de inwoners een behaaglijk gevoel, iets waar wij nooit aan zouden moeten denken.

En dan de apartheid uit het verleden. De littekens zijn ons inziens nog lang niet verdwenen. Nog steeds worden de meeste bedrijven door blanken geleid en het werk op de vloer door zwart uitgevoerd. Men probeert de verschillen te verkleinen maar keer op keer komt men er achter dat het een lange weg is. Toch denken we dat het overgrote deel van de bevolking een bepaalde mate van geluk kent.