Reisperiode augustus 2025

Oeganda is ongeveer even groot als het Verenigd Koninkrijk en daarmee zo’n zes keer groter dan Nederland. Het land is overwegend christelijk en opmerkelijk is dat het al sinds 1986 dezelfde president heeft: Yoweri Museveni. Hij is niet geheel onomstreden; de oppositie beschuldigt hem van corruptie en machtsmisbruik.

De verschillen tussen arm en rijk onder de ruim 50 miljoen inwoners zijn aanzienlijk. Ook de verdeling van armoede over het land is opvallend: in hoofdstad Kampala leeft slechts een paar procent onder de armoedegrens, terwijl dat in het noordoosten meer dan 50% is.

Bwindi Impenetrable NP

We zijn nieuwsgierig naar het land en beginnen onze tocht door het Bwindi ondoordringbare bos. Dit is tevens dé plek waar veel gorillasafari’s plaatsvinden. Omdat we in Congo al eens gorilla’s hebben gezien, besluiten we deze 1000 euro per persoon in de zak te houden. In tegenstelling tot de busladingen toeristen die we hier tegenkomen, genieten wij vooral van de slingerweg naar het park.

Onderweg zien we veel kleine boeren met hun akkertjes. Er wordt veel thee en banaan verbouwd. Zelfs op de steile heuvels weten ze hun gewassen goed te verzorgen. En dan plotseling een haarscherpe lijn, net als op de kaart: hier begint het beschermde deel, waar alleen nog dichtbeboste, weelderige jungle groeit. Onze soms uitdagende gravelweg slingert er mooi doorheen.

Naast een groepje bavianen, die heerlijk met hun jongen aan het spelen zijn, zien we ook colobusapen. Deze langharige zwart-witte apen laten zich minder makkelijk fotograferen. Het zijn beweeglijke dieren die nauwelijks op de grond komen en van tak naar tak slingeren.

Het laatste stuk naar ons volgende adres lijkt geasfalteerd, dus pompen we de banden weer op. Maar deze keer vindt onze accu dat teveel van het goede en weigert. Met behulp van voorbijgangers keren we de auto en laten we hem naar beneden rollen, zodat we toch kunnen starten. We rijden door naar Rukungiri, waar we morgen willen raften. We overnachten op het parkeerterrein en zullen later op zoek moeten naar een nieuwe accu.

Raften op de Birira-rivier

Een belangrijke highlight in Oeganda is raften op de Nijl bij Jinja. Maar wij doen het anders! Helemaal in het westen kun je ook raften, bij een klein bedrijfje van een Oegandese man en zijn Nederlandse vrouw. Hier geen massatoerisme, maar aandacht voor de avonturier. Op het parkeerterrein van het bedrijf mogen we overnachten, direct naast het “teamhouse”. Hier verblijven de tot op het bot gepassioneerde jonge gidsen die ons over de Birira-rivier laten stuiteren.

Aanvankelijk krijgen we te horen dat we beter in kano’s kunnen gaan, omdat de waterstand laag is. Maar na een flinke regenbui afgelopen nacht is de rivier veranderd in een kolkende massa bruinrood water. Dus: we gaan toch raften! De jongens doen de voorbereidingen en wij krijgen professionele instructies. Vanaf de start gaat het er ruig aan toe: we varen van rapid naar rapid, die elkaar snel opvolgen. Adrenaline giert door onze aderen – we genieten volop.

Dan raken we onverwacht achter een dikke rots vast. In een mum van tijd stroomt de raft vol water, maar we blijven rustig. De gidsen hebben de situatie onder controle. Toch zijn we een kwartier bezig met duwen, trekken en sjorren voordat de boot langzaam loskomt. Snel weer instappen en bukken, want er komen lage takken aan. Na twee uur leggen we aan bij een eilandje, waar we genieten van de lunch die de jongens vanochtend zelf hebben bereid. Daarna varen we nog een uurtje over rustiger water, zodat we de weelderige jungle om ons heen in alle rust kunnen bekijken.

Bij het eindpunt volgt een dikke high-five en een koud biertje: we hebben het gehaald!

Murchison Falls NP – boottochtje

We hebben lang getwijfeld of we dit park wel of niet zouden bezoeken. Maar we verklappen het alvast: geen seconde spijt! Murchison Falls is een stuk betaalbaarder dan de grote parken in Tanzania of een gorillatrekking, en bovendien uitstekend te doen als selfdrive. De hoofdwegen zijn netjes geasfalteerd en de “gamedrive roads” zijn goed begaanbaar. Naast het vele wild en de prachtige landschappen stroomt hier ook nog eens de magische (Victoria) Nijl dwars door het park. En alsof dat nog niet genoeg is, vind je er de indrukwekkende Murchison Falls.

We arriveren rond de middag en kopen een entreebewijs voor 24 uur. Ook boeken we meteen een boottochtje over de Nijl dat ons naar de watervallen zal brengen. Tijdens de vaart genieten we volop van het leven langs de oevers: nijlpaarden, enorme krokodillen en een bonte verzameling vogels. We varen zigzaggend van de ene naar de andere oever en spotten een olifantenfamilie.

Dan naderen we de watervallen. In de verte zien we de nevel al hoog opstijgen. Helaas kunnen we er niet dicht bij komen, de stroming is simpelweg te sterk. We wisten niet dat boten hier niet verder kunnen. Een tikkeltje teleurgesteld keren we om. Het was een prachtige tocht vol dieren, maar van de watervallen zelf hebben we weinig gezien.

Murchison Falls NP – watervallen en gamedrive

We overnachten op een plek aan de Nijl die op de kaart als camping stond aangegeven, maar compleet verlaten blijkt. ’s Nachts horen we alleen het gesnuif en gesmak van nijlpaarden, heel dichtbij. De volgende ochtend besluiten we dat we de watervallen beter willen zien. Terwijl het langzaam licht wordt rijden we de 35 kilometer naar de watervallen. Daar maken we een wandeling waarmee we ze van zowel onder als boven kunnen bewonderen. Wat een kracht, wat een schoonheid!

We hebben eerder grote watervallen gezien, zoals de Victoria Falls in Zimbabwe/Zambia en de Epupa Falls in Namibië, maar deze doet zeker niet onder. Het is vooral de immense kracht die ons stil maakt, door een kloof van slechts 7 meter breed perst zich 300 m³ water per seconde naar beneden. De nevel die daarbij ontstaat wordt hoog de lucht in geblazen en is van verre zichtbaar. Ongelofelijk om te bedenken dat dit water over een paar maanden uitmondt in de Middellandse Zee.

Na dit machtige begin van de dag trekken we verder naar het noordelijke deel van het park, waar het meeste wild te vinden is. En dat blijkt te kloppen, overal zien we impala’s, waterbokken en buffels. Ook giraffen en talloze vogelsoorten laten zich zien. De landschappen zijn daarbij al even indrukwekkend, met fenomenale uitzichten en de Nijldelta bij Lake Albert als absoluut hoogtepunt. Opvallend zijn ook de vele palmbomen die dit deel van de savanne een unieke sfeer geven.

We haasten ons uiteindelijk richting uitgang: voor één uur moeten we buiten zijn, anders betaal je meteen een volle dag extra. En daar zijn ze behoorlijk streng in, zo hoorden we. Conclusie: een absolute aanrader!

Dwars door de binnenlanden

Ons volgende (hoofd)doel is Masaka, in het zuiden. Omdat we geen zin meer hebben in de doorgaande wegen, gaan we binnendoor. Met het risico op slechte wegen, maar met de zekerheid van pure, afgelegen dorpen. En onderweg zie je zóveel! Probleem is dat langs de route die we ongeveer willen nemen geen campings of iOverlander-plekken zijn. De eerste nacht staan we daarom aan de rand van een groot suikerrietveld. Een kilometer terug zagen we nog een gezinnetje wonen onder een blauw kleed. Verder is er niemand, dachten we…

Net voordat het donker wordt, klopt er een gewapende agent op de deur. Hij was getipt. Hij vraagt uiterst vriendelijk wat we van plan zijn. Als we hem de situatie uitleggen, belt hij met z’n baas. Na het gesprek mogen we blijven staan en belooft hij de hele nacht over ons te waken. Hij blijkt even verderop in een hutje te wonen/slapen. De volgende ochtend brengen we hem een flesje cola als dank.

We vervolgen onze weg en verbazen ons over de vele hutjes onder blauwe kleden langs de suikerrietvelden. Het zijn medewerkers van de grote boer die hier vele hectares bezit. De verschillen zijn weer duidelijk.

Op een bruggetje bij een rivier stoppen we voor de lunch. We ontmoeten er twee Masai-jongens. Ze komen eigenlijk uit Tanzania, maar kennelijk verkopen hun slippers hier beter.

Dan zien we midden in een dorpje een gevangenis. Honderden gevangenen lopen er buiten achter een hek in knalgele overalls. Duidelijk zichtbaar voor ieder die het wil zien.

We passeren de aanleg van de nieuwe pijplijn die ruwe olie over een afstand van 1443 km naar de diepzee-haven van Tanga in Tanzania moet transporteren, een zeer controversieel project.

En zo gaat onze route naar Masaka niet alleen over kilometers maken, maar vooral over ontmoetingen en indrukken. Dit is waarom we de binnenwegen kiezen, omdat je nooit weet wat je onderweg allemaal tegenkomt.

En verder naar Kampala

In Masaka overnachten we bij Villa Katwe, een lodge en restaurant in westerse stijl, mede-eigendom van een Nederlandse vrouw. Ook gaan we hier op zoek naar het restaurant waar Grietje vier jaar geleden een tijdje heeft gewerkt. Het heeft inmiddels andere eigenaren, maar we lunchen er en halen herinneringen op. We wandelen daarna de route naar het huis waar Grietje destijds verbleef, dwars door het centrum en een buitenwijk. Ook dat huis wordt inmiddels door andere mensen bewoond.

Vanuit Masaka rijden we naar de hoofdstad Kampala. Een weg om snel te vergeten: wegomleggingen, slecht wegdek en verschrikkelijk druk. Tel daar de vele roekeloos rijdende brommers en taxibusjes bij op, en je weet genoeg.
In Kampala zelf wordt het alleen maar drukker en chaotischer. We zijn op zoek naar een winkelcentrum met een Carrefour. Uiteindelijk vinden we de mall en kopen een broodje bij een zaak met de naam BROOD, opgezet door een Nederlands stel met meerdere vestigingen in Oeganda, Rwanda en Kenia.

In de supermarkt slaan we spullen in die je verder nauwelijks tegenkomt: toiletpapier, betrouwbaar vlees, chocolade en ontbijtgranen. Daarna nog even tanken en snel de stad weer uit. Nou ja, snel… Wat een drukte en chaos op de kruisingen!

Net buiten de stad kunnen we onze gasflessen laten bijvullen. We hebben nog een Nederlandse DIN-fles en een Zuid-Afrikaanse Cadac. Volgens iOverlander zijn bij dit bedrijf voor beide types de juiste adapters beschikbaar. Helaas, we komen net na sluitingstijd aan. De bewaker zegt dat we de volgende ochtend terug kunnen komen.

De dichtstbijzijnde overnachtingsplek ligt zeker 15 kilometer verderop, en daar hebben we geen zin in. Naast de gasfabriek staat een huis met een klein grasveldje. In de deuropening zit een vrouw. We trekken de stoute schoenen aan en vragen of we bij haar in de tuin mogen staan. Na enige uitleg zijn we van harte welkom. Voor haar is het natuurlijk een vreemde gewaarwording: “Zomaar van die blanken die in hun auto helemaal uit Europa hierheen zijn gereden en dan ook nog slapen in die auto!”

Als het eenmaal ingedaald is, vindt ze het juist leuk. Later brengt ze ons zelfs stukjes jackfruit. Wat aardig! Wij hebben een pompoen gekocht en maken er soep van, die we haar ook laten proeven.
En zo wordt het heel gezellig.

Verder naar de Nijl bij Jinja

We laten onze gasflessen vullen en rijden de stad uit richting Jinja. We hadden gehoopt op wat minder drukte, maar helaas: het schiet allemaal niet echt op.

We zien een winkel langs de drukke weg met potten en pannen. Al maanden zoeken we  een nieuw deksel voor onze paella-braai-pan. Maar de grote diameter kunnen we nergens vinden. Hier wel! Dolgelukkig zijn we met onze aankoop.

We nemen een afslag binnendoor om aan het trage verkeer te ontsnappen en belanden midden in de suikerrietvelden, zover het oog reikt.
Op één van de percelen zijn ze aan het oogsten. Mannen met scherpe machetes slaan de stengels af en ontdoen ze van de bladeren. Zo’n twintig man op een rij, en het zweet druipt van hun voorhoofd. We raken even aan de praat met een voorman die vanuit de schaduw de mannen in de gaten houdt. Hij vertelt over hun werkwijze. Later, onderweg, zien we kleine dorpjes met allemaal dezelfde huisjes, gebouwd door het bedrijf en bewoond door medewerkers.

We rijden verder richting de Nijl via een authentieke route, met eenvoudige huisjes en traditionele dorpsleven-taferelen. Een man met een enorme zak maïskolven achter op zijn fiets raakt uit evenwicht en valt. De zak scheurt open en de kolven rollen over het zandpad. We helpen hem weer op weg.

Even later komen we een jongen tegen die jerrycans verkoopt. Het aantal jerrycans dat hij achter op zijn fiets heeft vastgebonden is zo groot, dat ook hij nauwelijks zijn evenwicht kan bewaren.

Aan het eind van de dag komen we aan bij een lodge pal aan de Nijl. Het is er een en al luxe: zwembad, restaurant en een prachtige grasmat waar we kunnen kamperen. Het uitzicht over de rivier is schitterend. ’s Avonds gaan we heerlijk uit eten.

Sipi-watervallen

We verkassen een stukje zuidelijker, naar de plek waar de Nijl eigenlijk begint, bij het Victoriameer. Hier ligt het plaatsje Jinja, dat er een behoorlijke toeristische trekpleister van heeft gemaakt. En terecht, want het is best bijzonder dat deze machtige rivier hier ontspringt. Er zijn tal van accommodaties en activiteiten, maar met een toeristenbootje op en neer varen is niks voor ons. Ook de zipline, waarvan we hadden gehoopt dat die óver de Nijl zou gaan, blijkt er alleen maar langs te lopen. Wij besluiten daarom gewoon te genieten van het uitzicht op de indrukwekkende rivier voor ons.

We passeren de Source of the Nile Bridge en zetten koers naar de Sipi-watervallen in het oosten van het land, niet ver van de Keniaanse grens.

Het is weer tijd voor wat avontuur, en daarom besluiten we hier te gaan abseilen, langs de waterval. Er zijn eigenlijk drie watervallen met dezelfde naam; vanaf onze kampeerplek hebben we uitzicht op de onderste. Deze heeft een verval van zo’n honderd meter en is daardoor behoorlijk spectaculair.

Bij de zoon van de campingbaas kunnen we reserveren, en zo staat er om elf uur een boda-boda klaar om ons naar het startpunt te brengen. Daar krijgen we een uitgebreide instructie: veiligheid staat voorop! Het uitzicht is prachtig. We kijken even naar beneden en voelen een lichte spanning, maar verder hebben we het volste vertrouwen. Met de tuigjes om kijken we over de rand en zien de waterval naast ons in volle glorie. Wat een pracht! Dan zakken we langzaam naar beneden, zetten ons af tegen de rotsen en schommelen op en neer. Het zicht op het kletterende water is adembenemend. We gaan samen, min of meer naast elkaar, wat het nog specialer maakt. Onderaan worden we nat van de dikke nevel die de waterval veroorzaakt. Ook de wind die door het vallende water wordt opgewekt, is indrukwekkend. Beneden staat alweer een boda-boda klaar om ons terug naar de camper te brengen.

Abseilen bij de Sipi Falls is een geweldige belevenis. Eerder waren we in Leshoto, waar we 200 meter daalden, maar dit was zeker niet minder spectaculair. De vriendelijke en professionele begeleiding van de gidsen maakte het compleet. Het project is bovendien door de lokale gemeenschap opgezet, waardoor alle opbrengsten daaraan ten goede komen.

We starten de auto weer voor onze laatste rit in Oeganda: nog 90 kilometer over een perfect geasfalteerde bergweg. We komen onderweg slechts drie auto’s tegen.

We kijken terug op een prachtig verblijf in Oeganda, waar we genoten van de vriendelijke mensen, de uitzonderlijke natuur, de rijke cultuur en een paar uitdagende activiteiten. Wat blijft hangen is de warmte van de mensen, de kracht van de natuur en het gevoel dat Oeganda ons altijd bij zal blijven.

Op naar Kenia!