Reisperiode december 2022

De grensovergang

We steken de grens vanuit Mali over bij Moussala en komen zuid-oostelijk Senegal weer binnen. De procedure aan de grens verloopt redelijk gesmeerd. Twee beambten proberen nog wat geld te vragen voor stempels, maar na wat licht tegenwicht laten ze hun vraag los.

Mali was wat doorgaande wegen betreft erg slecht en dus hopen we op betere wegen in dit deel van Senegal. Dat valt behoorlijk tegen. Ja, soms kun je een paar honderd meter zonder kuilen doorrijden. Maar als je dan een beetje gas geeft, word je al snel weer afgestraft met niet te missen diepe gaten in het asfalt. Een paar honderd kilometer dieper het land in, wordt het gelukkig aanmerkelijk beter.

Overnachten

Overnachten doen we in dit deel eigenlijk alleen in het wild. Vaak hebben we twee keuzes: of veilig in of bij een dorp met de bescherming van de bevolking, of in “the middle of nowhere”, waar dan hopelijk niemand komt.

Toen we eens afgelegen stonden, zo’n 50 meter vanaf een zandweg, bleek dat toch minder eenzaam dan gedacht. Ja, toen we aankwamen om 18.00 uur was het rustig, maar de volgende dag reden zandauto’s en brommers af en aan. Als ze ons zien toeteren en zwaaien ze uitbundig. Gezellig, maar na een half dagje ben je daar wel klaar mee.

Aanspraak

Aan vriendelijkheid geen gebrek, daar er ‘s middags spontaan iemand langskomt  met water en pinda’s. De volgende dag, net vóórdat we willen vertrekken, opnieuw geroep… Bonjour, ca va? Een man in een lang gewaad komt om de hoek van de camper en laat een soort medaille zien. We begrepen dat het de burgemeester is. Hij vraagt waarom we hier zijn.

We proberen in ons beste Frans te vertellen dat we hier hebben overnacht en op het punt staan te vertrekken. Tegelijkertijd komen er steeds meer mensen bij. Op gegeven moment staan er een stuk of elf. Eentje spreekt een beetje Engels. Hij legt uit dat de burgemeester had gewild dat we toestemming hadden gevraagd.

Hoog bezoek

Het gezelschap word nog groter als er twee opgetrommelde agenten verschijnen. Eentje kijkt vreselijk boos en vraagt om paspoorten. Daar bladert hij een kwartier in om tot de conclusie te komen dat we volledig legaal in Senegal verblijven.

Er word nog wat heen en weer gebeld en dan verschijnt de gemeentesecretaris. Na nog meer overleg vertelt hij dat we een document moeten ondertekenen waarin staat dat we verantwoordelijk zijn voor de manier hoe we de plek achterlaten. Er word wat papier bij elkaar gescharreld en de secretaris begint een epistel te schrijven. 

We ondertekenden het document, bedankten ze voor de gastvrijheid en nemen al handenschuddend afscheid van de inmiddels 16 personen, waaronder dus de burgemeester, twee gendarmes en de gemeentesecretaris.

Vervolg naar Kolda

We ruimen op en vervolgen onze reis via een 100 kilometer lange off road track naar Kolda. Hier doen we een paar boodschappen. Verder in westelijke richting vinden we een plekje aan de Casamance-rivier vlakbij een dorpje. De dorpskinderen en ook ouderen vinden ons weer enorm interessant.

Ze zijn met een grote groep en kijken hoe we de camper stellen, de tafel en stoelen uitklappen en later gaan zwemmen. Sommigen hebben grote ogen en staan minuten lang met open mond versuft naar ons en de camper te kijken. Uiteindelijk, als het dik 19.00 uur is, gaan ze naar hun ronde lemen huisjes om te eten en te slapen. Wij kunnen nu van de rust genieten….

Zinguinchor 

Verder naar het westen ligt de hoofdstad van het zuiden en de Casamance: Zinguinchor. Hier overnachten we op een camping, regelen we het visum voor Guinea Bissau en doen we de was.

 

Je kunt duidelijk merken dat het hier vochtiger en warmer is. In de ochtend tegen 5 uur – als de temperatuur zijn dieptepunt van de dag heeft behaald, zo’n 23 graden – spetteren waterdruppels stuk op ons camperdak. De luchtvochtigheid is zo hoog dat de palmbladeren boven ons regelmatig druppels loslaten.

De stad zelf lijkt meer op een groot dorp, maar we kunnen er wel wat dingetjes kopen die verder op het platteland waarschijnlijk niet verkrijgbaar zijn.

Pointe Saint George

Op een afgelegen plek aan de zuidkant van de Casamance, vinden we een dorpje met de naam Pointe Saint George. Een dorpje waar tradities in ere worden gehouden met dans en muziek. Het is ook een dorpje waar zich in de twee verblijfs-accomodaties wat westerse toeristen ophouden. Ze komen om zeekoeien te spotten, een zoogdier die alleen in de warme wateren van tropische gebieden voorkomt. Helaas hebben wij ze niet gezien, dat houden we tegoed.

Wandeling Oussauye

De laatste maanden hebben we weinig sportieve dingen gedaan, dus werd het weer eens tijd voor een fikse wandeling. In dit deel van Afrika zijn nu eenmaal weinig uitgezette routes en wandelpaden… Toch vinden we een mountainbike-route van zo’n 18 kilometer en we besluiten deze te gaan lopen.

Tropisch bos

We lopen Oussauye uit en later een bos in met vele verschillende bomen, een echt tropisch bos met ondermeer palm-, cashew-, en mangobomen en termietenheuvels. Daarna lopen we door een nederzettinkje waar we vele enorme dikke bomen zagen.

Dorpjes en oogsten

De dorpjes hier doen enerzijds wat moderner aan, tenminste de huizen. Deze zijn hoekig, opgebouwd van steen, redelijk groot en daken van zinken platen. Maar verder is het leven toch wat minder modern. Zo heeft er niemand een auto en haalt men water uit de put. In de bermen ligt het nodige vuil en de erven rondom de huizen zijn van zand.

Hierna kwamen we in een lager, natter gebied, waar rijst wordt verbouwd. Vrouwen en kinderen zijn druk met de oogst. Ze vinden het leuk hun techniek aan ons te laten zien. Het oogsten is een zeer arbeidsintensieve klus.

We gaan verder en na het passeren van nog een aantal dorpjes worden we langzamerhand vermoeid en zijn blij dat er vlak voor het einde van de tocht nog een terrasje is. Dat is best wel uitzonderlijk hier. We hebben er even gerust en gedronken. 

Strandkamperen

Op de aanvoerroute naar Cap Skirring word het ons steeds duidelijker. Aan de hoeveelheid blanken die we tegenkomen is te zien dat we onderweg zijnn aar een toeristisch gebied. En inderdaad, er zijn hier barretjes, restaurants en hotels. 

Wij vinden een plekje aan een stuk strand waar het rustig was. De enige toegangsweg is via het strand als het tij laag is. We staan op een betonplaat, onder hoge palmbomen, wat ooit het terras was van een hotelbar. Het is onderdeel van een groot verlaten complex. Zonde… Later horen we dat de Italiaanse eigenaar het met de overheid niet eens kon worden. Met een fantastisch uitzicht over de Atlantische Oceaan is het hier heerlijk rustig.

Cap Skirring 

Vanaf onze kampeerplek is het zo’n 4 kilometer lopen over het strand naar het dorp. Een mooie wandeling langs de kustlijn. Helaas ligt het strand bezaaid met duizenden dode vissen. Een local vertelt ons dat vissers op zee hun bijvangst dumpen en dat dus uiteindelijk op het strand terecht komt. De vele aasgieren die hier rondvliegen hebben er een lekker kostje aan.

Vlak voor het dorp passeren we het hotelcomplex van het Franse Club Med. De ligbedden op het bewaakte deel liggn vol met oudere blanken en ertussen is het netjes aangeharkt. Via het vissersstrand, wat redelijk vergelijkbaar is met wat we zagen in Nouakchott, Gambia en Dakar, lopen we het dorp binnen.

Het is er een levendige boel, er zijn veel winkeltjes, straatverkopers en het doet gezellig aan. Anders dan in de rest van Senegal, zien we hier veel westerse  restaurants en cafeetjes. Verder kun je er fietsen, brommers en quads huren. 

Cap Skirring is een toeristische trekpleister, maar toch is de traditionele sfeer redelijk goed behouden.

Richting Guinea-Bissau

We verlaten Senegal. Het land is duidelijk moderner en vooruitstrevender dan Mauritanië en Mali. We hebben genoten van de verschillende mensen en hun leefgewoonten. Maar het is tijd voor een nieuw avontuur en dus gaan we op naar Guinea-Bissau.